Samah (38) werkte in Syrië als tandarts en kaakchirurg. Ze is getrouwd en moeder van Mo (14), Aya (13), Zeid (8) en Sara (1).

“Op het moment dat bij ons in Syrië de oorlog uitbrak, hadden we nét een enigszins comfortabel leven. Ik was tandarts en kaakchirurg, mijn man medisch ingenieur. We verdienden weinig, maar we konden vlees kopen, en fruit. We zijn zelfs een paar dagen met vakantie geweest. Binnen Syrië, dat wel. Van oorsprong zijn wij Palestijnse vluchtelingen. Dan krijg je geen visum om naar het buitenland te gaan.

Alles was in een klap weg
Ik had na zeven jaar eindelijk de lening afgelost die ik was aangegaan om mijn eigen praktijk te kopen. Eind 2012 zijn we gevlucht naar Damascus. We moesten wel. Er vielen iedere dag bommen in de stad waar wij woonden en er was een groot tekort aan voedsel en medicijnen. In Damascus hoorde ik dat mijn praktijk en ons huis waren gebombardeerd. Alles wat we in al die jaren met veel moeite hadden opgebouwd, was in één klap weg.

Zonder mijn gezin als eerste vooruit gevlucht
Mijn stad is nu in handen van bondgenoten van Islamitische Staat. Ik weet niet precies wat er nog overeind staat van ons huis, maar ik moet steeds huilen als ik me voorstel dat anderen nu op mijn kussens slapen, gebruikmaken van de spullen die wij van ons met moeite verdiende geld hebben gekocht. Omdat ook in Damascus veel werd gevochten, ben ik zonder mijn gezin als eerste vooruit gevlucht. Ik was zwanger van Sara. Voor mij was de kans groter dat het zou lukken dan voor mijn man en de kinderen. Ik kan niet goed praten over mijn reis hiernaartoe, dat is nog te emotioneel. Het is gelukt, dat is het belangrijkste. Over Nederland had ik gehoord dat ze er de mensenrechten respecteren en goed zijn voor vluchtelingen. Ook zou het hier relatief kort duren voor mijn tandartspapieren geldig werden verklaard: drie jaar.

Ik kan niet geloven dat we het overleefd hebben
Toen ik in Nederland aankwam, had ik nog precies vijf dollar op zak. Wat we nog aan waardevolle spullen bezaten, mijn gouden sieraden, onze auto, hebben we uitgegeven aan de vlucht. Mijn man en de kinderen zijn twee maanden na mij naar Turkije gevlucht. Zij zaten daar nog drie maanden met zijn vieren in een kamertje tot ze in het kader van gezinshereniging naar Nederland mochten komen. Ik kan soms nog steeds niet geloven dat we het overleefd hebben. En dat we hier mogen zíjn, in ieder geval voor de duur van onze verblijfsvergunning van vijf jaar.

Geen geld voor speelgoed
We krijgen een uitkering van € 1222. Wij zijn daar heel blij mee, de belangrijkste dingen kunnen we ervan kopen. Iedere maand betalen we €81 euro af aan de lening die we moesten afsluiten voor de meubels. Kleding voor de kinderen koop ik bij Zeeman en de kringloopwinkel. Ik let ook op de uitverkoop, dat heb ik van Nederlanders geleerd. Als er een speciale gelegenheid is, ga ik naar de Hema, daar hebben ze mooie bloesjes. Geld voor speelgoed is er niet. Als de kinderen daarom vragen, zeg ik dat ze geduld moeten hebben. ‘Jullie moeten onze situatie niet vergelijken met die van andere kinderen in de klas’, zeg ik dan, ‘maar met ons leven in Syrië vlak voordat we moesten vluchten.’ Dat doe ik zelf ook. En dan zie ik dat we het goed hebben. We kunnen hier iedere dag bananen eten, daarvan droomden we die laatste maanden in Syrië.

‘Ik droom ervan om weer als tandarts aan het werk te mogen’
De oorlog en onze vlucht hebben mij terug in de tijd geworpen. Ik sta nu weer op het punt van vlak na mijn afstuderen, toen we onze oudste zoon ook nauwelijks een gezonde maaltijd konden voorschotelen. We moeten helemaal opnieuw beginnen, maar ik probeer vooruit te kijken, en mijn droom voor ogen te houden: dat ik mijn beroep van tandarts weer mag uitoefenen. Mijn diploma als kaakchirurg is hier niet geldig omdat je daarvoor in Nederland geneeskunde moet hebben gedaan. Daarom wil ik graag een master halen in orthodontie. Dat kost minder tijd, en dan kan ik met kinderen werken, wat ik het liefst doe. Om mijn diploma’s hier geldig te krijgen, moet ik het hoogste niveau van Nederlands halen voor NT2 – dat is een examen voor mensen die een andere moedertaal hebben. Daarom werken wij allemaal fanatiek aan ons Nederlands en spreken we jullie taal iedere dag iedere dag een paar uur met de kinderen.

We zijn hier veilig en gezond
We kijken alleen Nederlandse televisie. Zeid van acht krijgt een euro van me als hij een bibliotheekboek uit heeft, zo stimuleer ik hem te lezen. Dat werkt goed, soms heeft hij meer in zijn spaarpot dan wij. De kinderen hebben het hier naar hun zin. Ze zitten op voetbal, ook mijn dochter Aya. Dat zou in Syrië ondenkbaar zijn. Ze maken er vriendjes en leren de taal snel. Het verenigingsgeld betalen we uit de toeslag die we krijgen voor de kinderen. Ook al zijn we alles van waarde kwijt en al zal er nog jaren niet meer op onze rekening staan dan een paar honderd euro, we zijn hier veilig, en we zijn gezond. Daar ben ik onuitsprekelijk dankbaar voor.”

Dit is een aflevering van de rubriek Bankrekening die ik schrijf voor Kek Mama. Hierin vertelt een moeder  over het verhaal achter haar actuele banksaldo. Meer afleveringen: www.kekmama.nl/auteur/bibejan-lansink